Adem
Ademen gebeurt vooral onbewust, als je slaapt, kookt, wandelt. Maar ademen kan ook bewust ingezet worden zoals bij zingen en spreken. Ademen is ook nauw verweven met onze spieractiviteit: als je iets optilt houd je je adem even vast of als je rent gaat je ademhaling sneller. Ook als iemand je vraagt wat is 4 x 23, kan het zijn dat je even je adem vasthoudt om na te denken. Als je angstig bent, zenuwachtig, of juist ontspannen dan merk dit vaak ook in je ademhaling.
De motor
De ademhaling is de motor voor stemgeving. Stemgeluid ontstaat doordat uitgeademde lucht in trilling wordt gebracht door de stemplooien. In de blog over stemgeving kun je hier meer over lezen.
Inademen
De longen zijn verbonden met het middenrif en de ribben: als deze verplaatsen zullen de longen automatisch volgen. Als je inademt zul je merken dat je ribben naar buiten en omhoog bewegen. Daarnaast daalt het middenrif, wanneer het middenrif daalt drukt het op de ingewanden in de buik waardoor de buik uitzet. Hier komt de naam “buikademhaling” vandaan. Omdat de longen verbonden zijn aan het middenrif en de ribben zullen de longen uitzetten. Er ontstaat een onderdruk in de longen waardoor er lucht van buiten in de longen wordt gezogen.
Uitademen
Vervolgens ontspannen de inademingsspieren: het middenrif veert weer omhoog en de ribben zakken weer naar beneden. Nu onstaat er overdruk in de longen waardoor de lucht weer naar buiten wordt geblazen.


Lage ademhaling
Een lage ademhaling, zoals hierboven beschreven, is de meeste ideale ademhaling voor spreken en zingen. Hiervoor zijn een aantal redenen. Een lage ademhaling:
zorgt voor goed ademvolume, dit heb je nodig om voldoende druk op te bouwen onder de stembanden als je spreekt of zingt.
vermijdt onnodige druk in de schouders, keel en het strottenhoofd. En zorgt daardoor voor minder spanning in dit gebied.
is beter te controleren (zie hieronder)
Tijdens het spreken of zingen verlengen we de uitademhaling omdat we de stembanden in trillingen willen houden om een zin uit te spreken of toon aan te houden. Dit vraagt om een goede beheersing van de uitademingsspieren. We gebruiken de buikspieren en de interne intercostale spieren om ervoor te zorgen dat het middenrif en de ribben weer langzaam en gecontroleerd terugkeren naar hun beginpositie.
Vergelijk het met een opgeblazen ballon. Als je de ballon in een keer loslaat zal de lucht er meteen uit lopen maar als je het tuitje van de ballon uitrekt kan je de lucht er gecontroleerd uit laten lopen.
Hoe kan je een lage ademhaling voelen?
Ga op je rug liggen, trek je knieën op en leg een boek of een hand op je buik. Adem in en uit en voel hoe je hand of het boek op en neer gaat.
Bronvermelding:
• Adem en Stem. (2017). Pearson Benelux.
• Werken aan stem. (2016). Garant.
• Eldar, E. M., Eldar, E. M., Franken, M. C., & Hakkesteegt, M. (2018). Eldar spreken en zingen. Koninklijke Van Gorcum.
• Stemstoornissen. Handboek voor de klinische praktijk. Zesde, herziene uitgave: 2015. Garant.