Registers
Manuel Garcia (1805-1906) was de eerste persoon ooit die de stembanden in actie zag. In 1854 vond hij de larygoscoop uit. In zijn boek “L’art du Chant” (Engelse vertaling: Hints on Singing) beschrijft hij zijn observaties. Hij definieert een register als een achtereenvolgende serie van klanken met eenzelfde klankkleur. Daarnaast beschrijft hij dat elke stem bestaat uit drie registers: borst (laag), middel en kop (hoog).
Verwarring
Registers zorgen in de stemwereld voor veel verwarring. Het woord ‘stemregister’ is een metafoor om variaties in klank en sensatie te omschrijven die men voelt en hoort als er veranderingen plaatsvinden in het stemapparaat. Ook de termen borstregister en kopregister zijn metaforen. Borstregister wordt ook wel modaalregister, M1, dik of TA dominant genoemd. Kopregister wordt ook wel falsetregister, M2, dun, of CT dominant genoemd. Sommigen zien ‘mix’ als een apart register, anderen weer niet, anderen zeggen er is maar 1 register, weer een ander zegt er zijn 4 registers of nee, er zijn 5! Ook komen er steeds weer nieuwe methodes bij die weer andere metaforen bedenken…
Verwarrend is het zeker! In de stemwetenschap is er langzaam een verandering gaande waarin wetenschappers, laryngologen, zangpedagogen en logopedisten pleiten voor duidelijkere taal die meer gebaseerd is op wat er daadwerkelijk gebeurd in het stemapparaat.
Titze
In het boek The Science of Voice Habilitation beschrijft stemwetenschapper Ingo Titze wat er gebeurd in de stemplooien als we het over registers hebben. Hij legt uit dat als de Vocalis of TA spier adduceert (adduceren = bijeenbrengen) , de onderkant van de stemplooien anders gepositioneerd kan worden dan de bovenkant. Als de TA spier aanspant, beweegt de onderkant van de stemplooi naar het midden. Dit zorgt ervoor dat een groter deel van de stemplooien in trilling is.
Hij legt uit dat het woord ‘register’ soms wordt gebruikt om drie verschillende variaties van adductie te beschrijven. In het falset register is de onderkant van de stemplooien niet erg geadduceerd omdat de TA spier niet genoeg ontwikkeld is (kinderstem) of omdat de TA spier minder geactiveerd is. In mix (midden register) is de onderkant van de stemplooien iets meer geadduceerd dan in falset register. In het modaal register is de TA spier aangespannen en de onderkant van de stembanden worden geadduceerd. Een groter deel van de stemplooien is nu in trilling.
Vennard
In het boek Singing: The Mechanism and Technic zegt William Vennard het volgende over het trillen van de stemplooien: "Thus we have two extremes of vibration, two 'registers' if you wish to call them that. One covers the lower two thirds of the compass and the other applies to the upper two thirds. I emphasize the fact that there is at least an octave which can be sung either way. If the singer is given to static adjustments, he will have 'chest voice' and 'head voice' and the overlapping area will be small" (pagina 63). Vennard, William. Singing: The Mechanism and the Technic, revised edition. Carl Fischer, New York, 1967. Met ‘two extremes in vibration’ bedoeld Vennard de grote van het oppervlak van de stemplooien dat in trilling is. Daarnaast omschrijft hij ‘the overlapping area’, wat we ook wel kennen als mix.
En nu dan?
Uiteindelijk dienen de termen kopstem en borststem nog steeds om te communiceren met de student en te helpen het volle bereik en verschillende timbres van de stem te ontdekken. Het helpt daarbij om zo concreet mogelijk te zijn en vaagheden uit de weg te gaan. De stem is complex, we hebben geen knoppen of toetsen en kunnen niet zien wat er gebeurd. Iedereen ervaart stemgeving anders en het onder woorden brengen van deze persoonlijke ervaring kan tot veel verwarring leiden.
Empowerment
Kennis over hoe de stem werkt, bijvoorbeeld waar we het over hebben als we spreken over borststem en kopstem, geeft de stemgebruiker handvaten. Het biedt de mogelijkheid om zelfstandig te ontdekken, meer controle te krijgen over het leerproces en minder afhankelijk te zijn van de docent. Een woord dat dit goed omschrijft komt uit het Engels: empowerment.
Bronnen:
Vennard, William. Singing: The Mechanism and the Technic, revised edition. Carl Fischer, New York, 1967.
Ingo R. Titze and Katherine Verdolini Abbott, Vocology: The Science and Practice of Voice Habilitation (Iowa City: National Center for Voice and Speech, 2012)
Manuel Garcia. Hints On Singing. Ascherberg & Co., Londen, 1894